Tuesday, December 18, 2007

Little Bitty Pretty One TWO three FOUR


Met het verscheiden van Ike Turner passeert overal (en dus ook hier) "Rocket 88", Het Eerste Rock & Roll Nummer, weer eens de revue. Dat blik wormen ga ik hier niet weer opmaken, maar Leo Konra vroeg zich terecht af of er in dit nummer uit 1951 wel wis & waarachtig sprake is van een backbeat en wat dat nou precies is, die backbeat. Die vragen zijn eigenlijk heel eenvoudig te beantwoorden: Nee en "Little Bitty Pretty One".

Thurston Harris & The Sharps - Little Bitty Pretty One (1957)



OK, het is een beetje verneukeratief, want je hoort vooral hand claps op de 2e en de 4e tel in plaats van de snare, maar het wordt er in ieder geval wel even ondubbelzinnig ingeramd in het intro (dat, pas op, begint op de 4).

(Kleine terzijde: Ik hoorde dit liedje voor het eerst begin jaren negentig in Lipstick On Your Collar, een tv-serie van Dennis "The Singing Detective" Potter die tjokvol zat met karikaturale maar wel vintage jaren vijftig muziek. Een vreemde manier om aan 'de' Oude Amerikaanse Muziek te geraken, maar dat was hét moment waarop ik de klap van de molen heb gekregen: Hier hoorde Hiram Hank Zelf voor het eerst! Moest ik anders maar eens een stukje over schrijven binnenkort...)

De drummer van dienst is Earl Palmer, 'the world's greatest rock 'n' roll drummer', de Big Beat in hoogsteigen persoon, die in de jaren veertig en vijftig op honderden sessies speelde voor onder andere Little Richard, Fats Domino, Eddie Cochran, Ritchie Valens, Smiley Lewis, Lloyd Price, Etta James, Shirley & Lee en vele andere minder bekende r&b/r&r artiesten. Van zijn genadeloos harde shuffle trekt iedere iPod wit weg en dan vooral ook als hij hem op z'n snare speelt. Dat is een inmiddels wat vergeten techniek, waarschijnlijk omdat het nogal ouderwets, marching band-achtig aandoet, maar ik ben er gek op, laat die bekkens toch eens wat vaker lekker voor wat ze zijn! Vanzelfsprekend werd Palmer hierbij weldadig gevoed door de rijke muziekgeschiedenis van zijn hometown New Orleans, niet alleen wat betreft die drumbandstijl (ook die NOLA voetbediende hihat waar ik het eerder over had komt natuurlijk van de handbekkens in de drumbands) maar ook qua Carribische, Afro-Latin invloeden. Die vallen op micro-niveau zelfs terug te vinden in wat ik als zijn signature fill (drumbreak) beschouw: De gesyncopeerde roffel, zoals mooi te horen in bijvoorbeeld Little Richard's "I Got It", vlak vóór en (iets uitgebreider doch minder duidelijk) halverwege de sax-solo. Hier (even scrollen) zie je het hem (een beetje roestig) zelf voordoen met nog een paar levende New Orleans-legendes en uitleggen dat de basis een rumba is. Je herkent dan ook (het '3' gedeelte van) het traditionele clave patroon uit de latin (bij sommigen misschien beter bekend als de Bo Diddley beat), door Palmer met grote regelmaat met de basdrum gespeeld. Als basis van je fill of zelfs maar gewoon als beat kom je zo prachtig op de 4e tel (de upbeat) uit met je bass 'onder' je snare, zoals te horen in Little Richard's "Rip It Up" (erg drumband-stylo en hey, daar heb je die fill weer!), Fats Domino's "I'm Walkin" (een goed voorbeeld omdat de melodie het ritme zeer nadrukkelijk volgt) en Roy Montrell's onweerstaanbare "(Everytime I Hear) That Mellow Saxophone", waar hij hem achtermekaardoor op de tom pakt. Net als "Little Bitty Pretty One" begint dit laatste nummer ook met dat accent op de 4e tel, de upbeat dus (in feite een 'halve' backbeat).

Overigens, ook vierkant rocken heeft Palmer zo'n beetje uitgevonden, luister naar de proto-hardrock van Eddie Cochran's "Somethin' Else" (1959), later met goede reden vaak live gecoverd door Led Zeppelin. Let ook weer op die enorme drive van de snare in de coupletten, en op het publiek dat in 1959 nóg niet weet wat een backbeat is....



Het grappige is dat ik "In The Mood" wilde noemen als overbekend voorbeeld van hoe het ritme in popmuziek klonk vóór de backbeat; met een beschaafd pom-pom-pom-pom accent op alle vier de tellen dus. Nu heeft Earl Palmer dat nummer toevallig ook een keer opgenomen en het laat piekfijn horen wat de backbeat, de Big Beat, kortom rock 'n' roll ons hebben gebracht: Silly music! Je gaat ervan bewegen op de 2 en de 4, met een ingehouden terugtrekkende beweging op de 1 en de 3 en stom eruit zien dat dat doet... Laat ik meteen maar eens on record gaan en zeggen dat in zijn algemeenheid 'silliness' (hoe kan je dat nou het best vertalen, 'stompzinnigheid'?) de belangrijkste kwaliteit van muziek is. Op zeker.

Of Earl Palmer nou werkelijk de uitvinder van de Big Beat is of dat hij gewoon de beste PR van al die geweldige sessiedrummers heeft gehad, laat ik maar in het midden, het doet verder niets af aan zijn grandioze spel. Er bestaat een leuk verzamel CDtje van zijn werk (beter nog, ga op zoek naar de onmisbare box set van het Specialty label) en een biografie met dezelfde naam, die ik ook nog steeds niet heb gelezen helaas. Mr. Earl Palmer is in ieder geval nog steeds alive & well in Californië, 25 oktober jongstleden werd hij 83. De snelle rekenaars uit mijn directe omgeving zien hier meteen de reden waarom ik altijd maar een middelmatig drummertje ben gebleven: Op een dag na scheel ik precies 50 jaar met hem! Toch leuk geprobeerd, pieps & miems ;-)

Zoals gebruikelijk leverde de rondgang in de YouTube-archieven in ieder geval in muzikaal opzicht weer veel moois op, zoals Frankie Lymon, altijd een genot om hem te horen (vergeet het filmpje):

Frankie Lymon & The Teenagers - Little Bitty Pretty One (1958)



Over silly music gesproken, het blitse vocale doowop crescendootje dat Lymon toevoegt wordt een paar jaar later overgenomen door Merseybeaters Freddie & The Dreamers. Prachtig Mancunian intro ("There's my modda!") en de drummer doet even voor hoe ze in het Engeland van vóór Keith Moon een nummer afsloten... gewoon met een stiff upper lip dus.

Freddie & The Dreamers - Little Bitty Pretty Won (ca. 1964)



Tenslotte nog even iedereens favoriete working class cokesnuivende sportsbarrockers; ja, ik heb een zwak voor ze en moet ook steevast aan Jim Belushi denken als ik ze hoor. Er is een nóg betere liveversie (niet meer te vinden), maar deze is ook leuk zat, wederom met volkomen overbodig YT-huisvlijtfilmpje:

Huey Lewis & The News - Little Bitty Pretty One (1994)

No comments: