Friday, August 14, 2009

Thursday, July 2, 2009

Anthrax @ Melkweg; nachtbus A'dam - Haarlem 02/07/09


Wil degene die mij kan vertellen waarom Grand Magus' Iron Will NIET de beste heavy metalplaat is sinds The Number of the Beast die niet van Hammers of Misfortune is mij even van repliek dienen? Thank you, and goodnight.

Sunday, June 28, 2009

Cop That Shit: Family Force 5

Wat blijkt: Vóór crunkcore was er al crunk rock. Minder geschreeuw, meer wol; een beetje plat, maar wel lekker. Meet Family Force 5, sinds een half uurtje mijn nieuwe favoriete band. Gewoon lekker doorklikken naar de gerelateerde vids (bv. de remix van crunksters in crime 3OH!3, van het nieuwe album Dance Or Die With A Vengeance), deze is Timbaland voor te headbangen ("Cop That Shit", goed begrepen jongens):



Goeie shirts ook (Jacko + Randy Rhoads = score!):

Friday, June 12, 2009

The Vines - "4ever"

Deze fijne luie cover van The Veronicasb-pop klassieker "4ever" is het ultieme bewijs dat iedere Posies en Teenage Fanclub fan een bulldozerpopper / Max Martin aanbidder in spé is. (via)

Monday, June 8, 2009

Prong @ Melkweg setlist

“Bad Fall”
“Rude Awakening”
“Looking For Them”
“Another Worldly Device”
“3rd Option”
“The Banishment”
“Broken Peace”
“For Dear Life”
“Lost And Found”
“Messages Inside Of Me”
“Beg To Differ”
“Irrelevant Thoughts”
“Cut-Rate”
“Worst Of It”
“Third From The Sun”
“Unconditional”
“Freezer Burn”
“Disbelief”
“Whose Fist Is This Anyway?”
“Snap Your Fingers Snap Your Neck”
“Power Of The Damager”
“Dark Signs”

Soms zijn recensies zooow overbodig...

Sunday, June 7, 2009

Order Of Ennead - "The Culling"

Prong was top vanavond in de Melkweg (recensie binnen een paar dagen te lezen bij KindaMuzik), maar in de trein terug werd ik voor de zoveelste keer tot tranen geroerd door Order Of Ennead’s tour de force “The Culling”. Order Of Ennead was één van de spijtige afzeggers vorige week op het desalniettemin uiterst genietbare Neurotic Deathfest in Tilburg, en eerder dit jaar miste ik ze door mijn eigen luiheid ook al hier in Haarlem in het voorprogramma van Deicide. Van die beruchte death metal legende is het overigens ook een soort-van-spin-off, maar wel één met ruim voldoende eigen smoel en gewicht. “The Culling” is een magnifiek voorbeeld van de muziek die ik op Last FM, vrij naar Clint Eastwood, met “play misty eyed black metal for me” pleeg te taggen ("Fisherman's Friend black metal" is ook een goed alternatief). Hoofdreden hier is de prachtige schrale schrijnende openingsriff, maar let vooral ook op hoe het een Echt Liedje is en het kundige gebruik van blastbeats onder die riff even verderop in het nummer. Typisch hoe een band uit Florida, de zonnige thuisbasis van de death metal, weet door te dringen tot de kern van de Scandinavische kunstvorm black metal, met als verbindend element de duistere melodieuze grandeur van de klassieke Metallica (zie ook Withered, waar ik ook nog eens nodig over uit moet weiden). Zoals Slayer op zijn debuutplaat al wist te verkondigen, “evil has no boundaries”.

Monday, June 1, 2009

Fenriz snapt het toch nog niet helemaal

...zijn baasje daarentegen...

Fenriz gets his Gene Simmons on

...en met die grim evil stare zit het ook al wel snor!

Monday, May 25, 2009

RIP Jay Bennett

Wat een vreselijk nieuws: Jay Bennett is van het weekend gestorven in zijn slaap. Hij was tot en met Yankee Hotel Foxtrot Jeff Tweedy’s artistieke en persoonlijke tegenpool in Wilco. Dat leverde vuurwerk op, drie platen lang en helaas ook achter de schermen, zoals prachtig en ontluisterend te zien valt in de Wilco-docu I Am Trying To Break Your Heart, waarvan ook onderstaande clip afkomstig is. Voor iedereen die de band al een tijdje volgt en de tragiek van Bennett kende (hij had net bekend gemaakt Tweedy voor het gerecht te dagen) zal dit hard aankomen, ik ben er in ieder geval behoorlijk van ondersteboven.

Op 6 juli 1999, bijna tien jaar geleden alweer, speelde Wilco met Bennett in de Melkweg ter promotie van hun beste plaat Summerteeth en dat optreden koester ik nog altijd als één van de beste die ik ooit zag; daar is ook Wilco zelf ondanks de huidige sterbezetting niet meer overheen gekomen. Rust zacht, Jay Bennett.

Tuesday, May 19, 2009

Nederbulldozerpop: STEREO

Tja, we hielden ze heus al wel een tijdje in de gaten hoor, de winnaars van de RTL talentenjacht Rock Nation. "Niet onaardig, maar toch net 'n beetje te 'Anouk meets Bloc Party' om echt in aanmerking te komen", dachten we nog bij eerste single "Unexpected". Toen er op een tussentijds gelekt liedje plat gebeukgrooverockt bleek te worden vervloog de hoop bijna definitief. Maar nu het vertraagde album eindelijk aanstaande is (6 juni), de nieuwe single onomwonden De-Pop-met-Flying-V brengt (zie onder) én iedereen ze eigenlijk alweer vergeten lijkt (voorlopig drie bezoekers voor de show in Patronaat a.s. vrijdag), is STEREO (denken ze nu werkelijk dat die hoofdletters het googlen nog gaan bespoedigen?) een warm onthaal op Bpop Central inmiddels van harte gegund. WELKOM!

The Gods Are Here, Baby

Saturday, May 9, 2009

Marit Larsen - "Fuel" (live @ Paradiso)



Dit was, zoals ik al in m'n verslagje schreef, het hoogtepunt van Marit Larsens optreden in Paradiso vorige maand. Blijf dus vooral even hangen tot het slotakkoord :) Wie het over zijn koude, koude hart verkrijgt om voortijdig weg te zappen krijgt trouwens sowieso een levenslange x_hiram_x ban. Grrr...

Damesdrumfonetica


"Bang da boom da beat".


"Pa ra pa pum pum".


"Boom tuh boom tuh boom".


"Boom boom clap boom dee clap dee clap". (zoals u ongetwijfeld zult beamen, samen met het nieuwe Funeral Mist album nog steeds hét muzikale hoogtepunt van 2009)


"Boom boom boom boom".(okéoké, deze is debatteerbaar maar de klassieke vier-op-de-vloer mag niet ontbreken)


Natuurlijk, de moeder aller boemchickies:
"Chica chica boom chic".


En de mooiste van allemaal:
"Prrrrrook ah took ah took ah took ah tum tum". (pff, lastig taaltje dat IJslands...)


Er moet nog veel meer leuks in deze categorie te vinden zijn (girl groups!), dus kom op, wie weet er nog een paar? En nu niet allemaal met Ella Fitzgerald aankomen hè.

Anneke van Giersbergen @ Patronaat

Eigenlijk heb ik niet zoveel te melden over Anneke in het Patronaat. Of misschien ook wel (bijvoorbeeld dat ze eigenlijk gewoon dezelfde show doet als vorig jaar met haar band Agua De Annique, die er nu ook weer bij is, maar dan wat akoestischer en met de zanger van het Haarlemse Silkstone als gast, en dat als ze dan grootmoedig een Within Temptation cover doet (godbetert, alsof Paul McCartney een nummer van Badfinger speelt! Maar mooi was het wel…) ze inmiddels ook best een ‘Nighttime Birds’ of een ‘Leaves’ weer eens uit de mottenballen mag halen (dat ze ‘Strange Machines’ niet meer doet, soit), of dat er af en toe wel een heel erg matig ‘skunk alanis’ retro 1990s sfeertje hangt en dat haar stem vreemd genoeg niet geschikt lijkt voor het wat rustiger werk en veel beter vaart bij uitbundige kamerbreed gevleugelde metal, zonder dat dit alles ook maar enigszins afbreuk doet aan het feit dat Anneke de meest innemende zangeres ooit is; we formuleren voorzichtig want mevrouw Hiram leest ook mee) maar ik heb even geen tijd / zin om het een beetje leesbaar leuk te formuleren; immers, ik heb geleerd van mijn Laibach lulverhaaltje én de wekker gaat morgen weer vroeg om tevergeefs een poging te doen kaartjes te bemachtigen voor My Bloody Valentine in de Effenaar. Daarom maar deze intens vrolijkmakende foto die ik van de week tegenkwam van Anneke en een superfan; ik hoor haar moederlijke commentaar zo voor me.

Sunday, May 3, 2009

15 going on 16


Demi Lovato heeft een nieuwe clip voor het titelnummer van Don't Forget. De Eftelingwaterorgel-scène tijdens de kortstondige gitaareruptie heeft acute bpop-icoonstatus:



In de categorie 'oh noes! teh horror...' daarentegen dit Demi-à-la-Duffy misbaksel, een bonus track van de zojuist verschenen deluxe edition van Don’t Forget. Kelly Clarkson doet op haar laatste plaat ook al wat dingetjes in die Duffy/Adele/Amy/Xenomania girlgroupretrosoul stijl, allemaal best leuk en aardig maar dames, laten we de hoofdzaak niet uit het oog verliezen: Er moet wel gebulldozert worden natuurlijk. Wat is dat toch dat als de meiden boven de zestien geraken ze zich ineens zo saai, smaakvol en volwassen moeten gaan gedragen (zie ook Miley)? Of is het met bpop net als met turnen en zijn ze dan al over hun top heen? Bovendien klinkt dit nummer eigenlijk ook nog eens meer als Matt Bianco dan als Brits & hip. Goed gekozen titel, dat dan weer wel...



Eeeeeyyeeeew! Om de vieze smaak weg te spoelen is er deze bonusgoodie van de 'international edition' van hetzelfde album. Door de Green Day riffripoff direct herkenbaar (vergelijk "Australia") als het werk van de Jonas Brothers, die door Demi voor Don't Forget werden ingehuurd om haar liedjes wat Disneyfähiger te maken (of zoals ze het zelf - volledig ten onrechte! - omschrijft: "Ummmm ... I need help writing catchy stuff just because, well, my target audience isn't [into] metal music"). Maar het is vooral mijn "Demi, doe eens Paramore" dream come true, want zeg nou zelf, dit is toch niet of nauwelijks van Hayley & co. te onderscheiden:



Miranda Cosgrove is gelukkig nog net vijftien en heeft alvast een iTunes EP-tje uitgebracht in afwachting van haar later dit jaar te verschijnen debuutalbum. Het Oasis-ish getitelde kleinood bevat drie 'oudjes' (zie hier) en twee nieuwe nummers, "FYI" en "Party Girl", waarop Miranda gaat voor bpop van Canadese snit: Een flinke portie Avril met wat bull2.0zer stottergitaarelectronica à la Skye Sweetnam. De langspeler wordt ondertussen terwijl u wacht in elkaar getimmerd door erkende vaklui als the Matrix en Dr. Luke, en is in Cosgrove's eigen woorden "fun pop-rock girl empowerment. There's one ballad that's kind of sad." Naast KSM, Aly & AJ en Selena Gomez nóg alweer een plaat om naar uit te zien dit jaar, kortom.





De traktatie van de week tenslotte is een andere vijftienjarige, Taylor Momsen (1993, St. Louis), bekend als actrice in de serie Gossip Girl. Haar bandje heet The Reckless (of toch The Pretty Reckless?) en ze houdt van Joan Jett! Aan de foto's te zien is de dresscode haar ook al ingefluisterd, al lijkt ze er nog een beetje onwennig in... Belangrijker: Dit liedje is zo kakelvers uit de studio ontsnapt dat er nog niet eens een titel van bekend is (de vierletterwoorden zitten er ook nog in), en tjonge, hoor 'ns welk één garagepopgenot:

Aly & AJ - "Something More"

ik voel een nieuwe blogavatar aankomen...

Aly & AJ zijn momenteel druk bezig met het afmixen van hun komende zomer te verschijnen vierde album, dat naar verluidt een stuk heavier ("lots of guitars and definitely a more rockin feel") gaat worden dan de vorige plaat Insomniatic (2007), en misschien zelfs een - eigenlijk best voor de hand liggende - samenwerking met Rivers Cuomo van Weezer gaat bevatten. Mooi zo, terug naar de stijl van het debuut Into The Rush, nog steeds één van de beste platen uit het genre. Bij voorlopig gebrek aan lekjes nog maar even terug in de tijd met een paar verschillende uitvoeringen van mijn favoriete nummer 'Something More', dat om de één of andere reden niet aan bod kwam in de eerste post over de Michalka zusjes (het staat overigens wel op de compilatie); maken we bij deze vierdubbel en dwars goed, want ik kan nog steeds geen genoeg krijgen van dit liedje.

Origineel
De originele versie met strategisch voor de versterkers geplaatste roze kussentjes, waardoor wel de licht ABBA-eske koortjes in het refrein beter uitkomen:


Remix
Van de luxe heruitgave van Into The Rush uit 2006 komt de superieure 'new version' met extra chunky gitaren. Werkelijk een perfect staaltje bpop, door de combinatie van de lichtvoetige 'nananana...yeah' twinkelpop van de coupletten en het bulldozerende Nickelback refrein. Het micro-hoogtepuntje is onmiskenbaar het zangnootje vlak vóór het refrein dat prachtig vooruitwijst naar de meerstemmigheid van dat refrein. Fijn uitgekiend arrangement ook na de op zich ook al mooie bridge: Bijna a capella terug naar refrein dat precies goed nog een keer herhaald wordt:


Akoestisch
Op hun Indigo Girls’ best. Het liedje blijft gestript dus moeiteloos overeind, voor wat dat waard is. Let op de gekke-bekken dictie van Amanda (rechts) en de prachtig van unisono naar harmony vocalen switchende refreinen:


Live
De gulden middenweg: Een uitstekende live (?) uitvoering met prima funky wegploppende sessiemuzikantenband à la de originele versie maar met wat hardere gitaren zoals in de remix. Vocaal spot-on en in tegenstelling tot de akoestische versie zijn de refreinen hier volledig meerstemmig. En check vooral ook even het Beverly Hillbillies familiekiekje op 2:58:

Monday, April 27, 2009

It's catching on


Gheh.

Geen bpop op de bill helaas, maar anderszins zijn er in ieder geval twee erg interessante bandjes te bewonderen volgende week in de Hout: Het L.A. indiedancenoisecombo HEALTH, dat onlangs nog veel indruk maakte op het Motel Mozaïque festival, en Pink Mountaintops, de psychfolkrockband van Black Mountain frontman Stephen McBean. Misschien dat we ons dit jaar dus toch maar weer eens in het zweterige gedrang gaan storten; twee uurtjes, kleine podium, moet te doen zijn.

Nu het b-woord toch weer is gevallen, onze favoriete Go-Go-dolls KSM hebben opnieuw twee liedjes uitgepoept, voor de verandering eens wat meer 'meh' dan 'yeah' jammer genoeg: Eén keer No Doubt en één keer powerballad. Gelukkig beloven liveleaks van nóg drie andere tracks (doorklikken alleen voor de diehards!) weer veel goeds; vooral "Saturdays Sundays" krijgt bonuspunten vanwege de scandeer-in-één-van-je-liedjes-je-eigen-bandnaam factor.

Overigens kunt u al deze hete nieuwtjes voortaan ook gewoon zelf genereren via x_hiram_x's reuze handige en volledig om niet aangeboden lijstje met bpop-links; even doorscrollen en naar links blijven kijken s.v.p.

Daar bemerkt u dan ondertussen wellicht ook het lemma 'kindamuzik'. Sinds een maandje of twee schrijft onze medewerker van het eerste uur Thijs G. immers voor dit zojuist tien jaar geworden online muziektijdschrift en het is wel zo netjes om u, de trouwe lezer, hier ook even van op de hoogte te houden middels onze sidebar. Hij heeft het er maar druk mee onze Thijs, want bij De Subjectivisten verscheen onlangs ook nog een concertrecensie van Marit Larsen van zijn hand!

Nog meer heuglijk nieuws tot besluit: Huize Hiram krijgt er binnenkort een nieuwe bewoner bij, en wát een poepie is het:


Een zwart/wit gestreept Noors boskatertje, dus. U mag drie keer raden hoe wij hem gaan noemen. Het rijmt op Penriz.

Thursday, April 9, 2009

The Clarkson


Kelly Clarkson (Fort Worth, Texas, 1982), de grand old lady van de bulldozerpop, heeft vocaal vaak meer weg van Bonnie Tyler of Joe Lynn Turner dan Miley of Avril; ze heeft een beetje een blank hees hardrock r&b shouter ding gaande, errug cool. De winnares van de allereerste American Idol zingt hoe dan ook werkelijk alle roze/zwarte dametjes (alleen Demi geef ik nog een geest van een kans) rechtstreeks terug naar de milk & cookies bij mama thuis met haar tsunamistem, die haar niet voor niets de force of nature bijnaam The Clarkson heeft opgeleverd. Na haar 'donkere' prom dress Evanescence plaat (lolz) My December (’t is gewoon pop hoor) is ze nu terug met haar vierde album All I Ever Wanted, en houzee, het is haar beste tot nu toe. We maakten al gewag van het Spoon plagiërende titelnummer (luister toch vooral nog eens even hoe ze daar big-bad-wolf stijl dat refrein komt binnenblazen), maar daarmee is de koek nog lang niet op. Hier een paar van de fijnste bulldozermomentjes:

My Life Would Suck Without You
Viel als aanvankelijke teaser in januari in eerste instantie nog een beetje tegen, maar van enige twijfel ben ik inmiddels wel dubbel en dwars genezen. Geschreven en geproduceerd door good old Max Martin en Dr. Luke.

I Do Not Hook Up
Hét prijsnummer wat mij betreft. Als ze terugkomt uit de bridge met die aangehouden hoge harmony noot (“fingeeeeeeeeeeeer!”) lijkt het potjandosie de Posies wel man, met spacey gitaren en al. Om even een goede indruk te geven van Kelly’s onaantastbare suprematie in het vocale departement, hier de “keep your thing in your pants”-versie van Katy Perry, die overigens een aantal songwriting credits krijgt op All I Ever Wanted.

Don’t Let Me Stop You
Het bevallige van The Clarkson is vooral dat ze ondanks die Stem toch altijd iets kwetsbaars, iets lijdzaams heeft, een wonderlijke combinatie die vreemd genoeg toch werkt en soms echt vreselijk tissues-in-de-aanslag hartverscheurend verterend kan uitpakken, zoals in dit liedje. Check dat refrein: “Don't let me stop you from doing what you wanna do /you don't wanna stick, trust me it's cool /take no chance gettin' over you / no, no, don't let me stop you, if you wanna leave, baby you can leave / just don't pretend that you're into me / if it ain't true, no, don't let me stop you” Ik bedoel, that's just plain br00tal! Vocaal valt het hier overigens te halen in de pre-chorus.

If I Can’t Have You
Ook voor de electrorock slettenbakken clubbanger bpop variant draait ze haar hand niet om, met toch ook weer dat zielige muurbloempje motief.

Whyyawannabringmedown
Lijkt me nou zó leuk om deze eens zonder blikken of blozen in een rawk DJ setje te gooien: “Vet, is dit de nieuwe The Gossip? Iets op In The Red misschien?” “Uh neuj, ’t is een Idols winnares met de producer van Color Me Badd ” Uno-dos-tres-suziquatro!


Eerste AI auditie: "SCORE!"

Sunday, April 5, 2009

Venetian Snares @ Patronaat

De opkomst van mijn leeftijds- en haarlengtegenoot Aaron Funk uit Winnipeg is retecool. Een uur te laat komt hij uit die rare Kleine Zaal liftdeur het podium opgestiefeld, rugzakje om, spaatje blauw in de hand, lange blonde manen voor het gezicht. Laadt wat spulletjes uit, zet drie pijpjes bier op de draaitafel, kijkt eens omhoog naar de DJ, steekt een flauw handje op naar het joelende publiek en WHOOMPFF. Gáán. Hij doet de volledige set op gabber BPM in zevenkwarts. 1234567 tellen dus. Maakt ook niet uit, twee keer zeven in hoog tempo wordt alras weer veertien en daarmee dansbaar. Maar dan moet je dus geen drummer zijn… Meetellen, hè, de he-le tijd. Ik geraak er maar niet in. Dansende drummers, dat is ook eigenlijk als een pusher die niet van z'n eigen dope kan afblijven; slecht plan. Vind het eerlijk gezegd ook sowieso veel leuker op de koptelefoon, die drill ‘n’ bass van ‘m. Als je er met je iPod mee over straat loopt heb je voortdurend het gevoel dat je ineens door een auto van je flikker wordt gereden of dat er een vliegtuig aan de voor mij verkeerde kant van het Rottepolderplein aan het neerstorten is. In zevenkwarts. Checkt u allen toch vooral Rossz Csillag Alatt Született, en als u dat leuk vindt mag u door voor gevorderdenshit als Winnipeg Is a Frozen Shithole.

Monday, March 9, 2009

Bpop: OMG WTF KSM FTW!

Dit Californische kwintet, KSM dus, kwam al een paar keer eerder ter sprake en het duurt werkelijk een eeeeeeuwigheid voor dat album uitkomt, maar hot damn, het lijkt er inmiddels wel verdraaid veel op dat dit de eerste Disneydames gaan zijn die echt full on Andrew WK on our asses gaan worden. Die gitariste is trouwens sowieso echt way2cool, ze lijkt dan ook akelig veel op Mrs. Hiram. Hou je vast voor liedje 3 en 4:



Tuesday, March 3, 2009

Boom Boom Clap Boom Dee Clap Dee Clap



Bloodbath: De 2 Unlimited Van De Death Metal

4 tha ladiez… de Ray & Anita van Bloodbath

Eén van de beste platen van het afgelopen jaar was The Fathomless Mastery van Bloodbath. Ik stak er al eens de loftrompet over in mijn eindejaarslijstje, maar ik draai hem nog steeds bijna dagelijks en ben er eigenlijk nog laaang niet over uitgepraat. Want hoe graag ik het ook mag ontkennen, soms maken drums en zang bij metal wel degelijk het, of in ieder geval een verschil. Bij Bloodbath (check die aftandse Nederlandse wiki-pagina! ), een Zweedse death metal gelegenheidssupergroep die zo ongeveer per plaat van bezetting verandert, wordt in zekere zin de aloude tweedeling tussen songschrijvers en uitvoerenden weer in ere hersteld: De gitarist, bassist én gitaarroadie van Katatonia, Anders Nyström, Jonas Renkse en Per “Sodomizer” Eriksson, waren verantwoordelijk voor de riffs en de liedjes, en ondanks het feit dat deze heren ook meer dan verdienstelijk hun mopjes meespelen op de plaat komt het echt spectaculaire muzikale vuurwerk van de Opeth poster boys Mikael Åkerfeldt (zang) en Martin Axenrot (drums), wier meesterlijke performances het album onmiskenbaar naar een hoger plan tillen.

Neem bijvoorbeeld “Treasonous” , een nummertje dat, zoals wel vaker het geval is op The Fathomless Mastery, gitaarsgewijs een kunstig bijelkaargejat midden vindt tussen Morbid Angel, black metal en goeie ouwe Zweedse death, inclusief opzichtige hall-of-fame-Entombed-riff rip-off in het refrein (overigens ook de eigenlijke reden waarom die ‘gitaar die uit zichzelf geluid maakt’ zo goed klinkt). Qua drums giert de spreekwoordelijke stront je echter al vanaf de ventilator tegemoet als het intro nog maar halverwege is, wanneer “Axe” onder de zwartgeblakerde tremolo picking riffs van een ratel in drieën overschakelt (op 0:13) naar een nog net effe snellere vierkante recht-zo-die-gaat blastbeat. Soit, die is eigenlijk gewoon puur voor de show, maar hij gaat wel echt voor goud meteen na het refrein, als de gitaren de bijna shuffelende groove metal riff van het eerste couplet weer inzetten (0:56), en Axe, tussen de zang door, tot drie keer toe doelbewust dwars tegen de ‘swingende’ gitaren in zijn straight blasts (eerste keer) en polka’s (tweede en derde keer) doorspeelt, om zich bij de vierde en laatste keer weer comfortabel in de slepende groove-in-drieën van de rest van de band te settelen. Deze incongruentie van de drums en de gitaren, die een soort ‘harkend’ effect teweegbrengt, is een mooi voorbeeld van wat metalheads ‘ziek’ plegen te noemen, een door Morbid Angel gepionierd gevoel/geluid/principe, dat op deze plaat in de meest elementaire vorm ook nog eens prachtig wordt gedemonstreerd door de zak-aardappelen-van-de-trap-rollende basdrums onder de slijmerig groene openingsriff van “Mock The Cross”. Van die dingen waar je je met louter wit gevulde oogkassen bij voorstelt, weet je wel? Maar nog even terug naar “Treasonous” want het vetste moet nog komen. Na het tweede refrein wordt het bovengenoemde stukje nog eens gespeeld, gevolgd door een wat obligaat sologedeelte en nogmaals het refrein; maar dan (3:37) volgt de bonus riffage, altijd een van mijn favoriete onderdelen van goede metal, wanneer de band, als het nummer er eigenlijk al min of meer op zit, nog even kort gaat stoeien met de hoofdbestanddelen van het liedje en er met behulp van een paar welbekende stijlfiguren (die de benaming ‘riff’ niet echt verdienen) een speels einde aan breit: System overload gitaar squeals, monotoon gedender, gruntje doet ook nog even gezellig mee en in extremis (3:48) om het helemaal af te maken weer dat jakkerende gehark met die op zichzelf doorspelende drums … het duurt maar twee tellen maar o, o, o, Gezegend Zijn De Zieken.

Soortgelijke fijne spielerei (nogmaals, het betreft hier een hobbybandje van door de wol geverfde death metal veteranen) horen we ook weer terug in het coda van “Process Of Disillumination”. Dit nummer vertoont in het begin het kleine doch terugkomende euvel op The Fathomless Mastery van death metal riffs die weliswaar solide maar toch ook wel tamelijk pedestrian zijn, maar gaandeweg blijkt dat er louter sprake is van zorgvuldige opbouw en het niet meteen al je kaarten op tafel willen leggen. Bovendien wordt het nummer, zoals eigenlijk de gehele plaat, meteen al zonder meer gedomineerd door de vocalen van Åkerfeldt. Met Opeth krijgt hij al jaren een hoop kritiek te verduren van de kvlt-brigade, maar je zou bijna vergeten wat een top notch grunt hij in huis heeft: Bovenal autoritair als de Morgenster Zelve, maar ook redelijk verstaanbaar (wat in dit geval vanwege de, zeker in het licht van Opeth, extreem over the top blasfemische teksten absoluut van toegevoegde waarde is) en bijzonder sterk qua timing en ritmiek. Let in dit nummer bijvoorbeeld eens op de twee “eternal winter / prince of darkness… rise!” passages en het daaropvolgende geblaf in triolen (vanaf 0:22 en 1:52), of de getormenteerde oerkreten op 1:16, wanneer tevens de eerste echt memorabele riff te noteren valt, waarvoor ik eerder al de adjectieven ‘geleedpotig’ en ‘krioelend’ aandroeg. Dit juweeltje wordt dus in de adembenemende laatste minuut nog even flink opgepoetst: Voorafgegaan door een beproefd staaltje adrenalineverhoging dat geen verdere uitleg meer behoeft (2:17) dient tot onze lichte teleurstelling de ‘solide’ riff uit het eerste couplet zich weer aan (2:42), maar deze wordt nu halverwege abrupt afgebroken door het glinsterende exemplaar uit het insectarium (2;48), dat op zijn beurt weer direct op z’n staart getrapt wordt door de voltallige band, met speciale aandacht ook voor de dissonante bas- / lage gitaarpartij, want ga nou niet denken dat die Katatoniaatjes een stelletje koekenbakkers zijn, hè? Pats, boem, klaar. Masterclass metalliedje arrangeren. Nog vragen iemand?

Voor de liefhebbers is hier nog een zipje met mp3tjes van de drie genoemde nummers, maar pas op, de hierboven vermelde tijdsaanduidingen gelden voor de YouTube-versies. En gewoon de plaat kopen en lekker zelf luisteren mag ook natuurlijk, maar bedenk wel, the devil is in the details.

Bonus riffage:

Friday, February 27, 2009

Nutteloze Lijstjes #4: Twaalf Platen Die Mijn Leven Veranderden

Nou ja, veranderen... (ca. 1988)

Goed voorbeeld doet volgen:

1. Doe Maar - 4US (1983)
De eerste onmiskenbare fanboy ervaring. Als 9-jarige met mijn ouders naar het afscheidsconcert in Den Bosch (peeps, hoe hebben jullie daar destijds in godsnaam kaartjes voor gehosseld!?)

2. Talking Heads - Stop Making Sense (1984)
Silly music wordt geboren, in mijn hoofd, voor de spiegel en tijdens talloze playbackshows op school. Gek doen op een podium is leuk!

3. Iron Maiden - The Number Of The Beast (1983)
Mijn eerste zelfgekochte metalplaat, in de grote vakantie tussen lagere en middelbare school. Nog steeds niet van bekomen.

4. Beastie Boys - Licensed To Ill (1986)
Had ook Raising Hell of Yo! Bum Rush The Show kunnen zijn. Je zou het nu niet meer zeggen, maar ooo ja, I was a teenage basshead. Onlosmakelijk verbonden met de Bullit in Eindhoven, waar mijn beste vriend al die platen koopt die ik vervolgens mag tapen in ruil voor Slayer en Kreator. Metal en hiphop zijn dan nog beste vriendjes, ja.

5. Melissa Etheridge - Brave & Crazy (1989)
Mijn vader zag haar op Pinkpop en als op het oog ‘truie’ metalhead jat ik zijn tapeje van deze plaat om in de pauze op school in een stil hoekje in de walkman te gooien. Heimelijke terugkeer naar de ‘gewone’ muziek en al snel daarna alternatiever liedjesspul als R.E.M. en Pixies; daar durf ik inmiddels al wél weer voor uit te komen.

6. James Brown - Star Time (1991)
Totale met-stomheid-geslagen ontreddering wanneer ik deze boxset in 1991 onder ogen en oren krijg bij de cd-verhuur waar ik dan 'werk' / rondhang. Het Amerikaanse rootsmuziek kwartje van de eerste CD valt nog niet, maar da funk slaat in als een bom.

7. Nirvana - Nevermind (1991)
Harde gitaren en dikke pophooks FTW! Ik snap nu ook dat ik echt een ‘liedjesman’ ben, die bijvoorbeeld schouderophalend en ook wel een beetje hoofdschuddend voorbijgaat aan de hele Kurt-held-van-mijn-generatie factor.

8. Brand New Heavies - Brand New Heavies (1991)
Ongelooflijk achteraf, maar ik ben zo onder de indruk van deze plaat dat ik uit mijn gitaarbandje stap omdat ik niets anders meer wil dan funk drummen. Is er nooit van gekomen, behalve op de slaapkamer natuurlijk. Is ook leuk :-)

9. Various Artists - Lipstick On Your Collar (1993)
Soundtrack van de gelijknamige Dennis Potter tv-serie, vol met fifties rock ‘n’ roll, r&b én country, namelijk Hank Williams’ “Your Cheatin’ Heart”, wat mij om nog steeds onopgehelderde redenen als een magneet blijkt aan te trekken…

10. Hank Williams - 40 Greatest Hits (1978)
De beroemde gele dubbel CD, gekocht bij de V&D in Nijmegen ca. 1995, ik vermoed mijn meest gedraaide plaat aller tijden. Het americana hek definitief van de dam. Vijf jaar durende onderdompeling in het complete scala aan Amerikaanse muziek van vóór 1960 volgt.

11. Vader - Litany (2000)
De plaat die me weer helemaal terugbrengt bij metal, in 2000. Lees in OOR een recensie in de trant van “nu alle snelheidsrecords toch al definitief zijn gebroken door Nile & Vader…”, en besluit ‘m eens van de bieb mee te nemen. Begin overeenkomsten te bemerken tussen extreme metal en John Coltrane.

12. The Veronicas - The Secret Life Of… (2006)
Bulldozerpop ground zero. Sinds Ace Of Base heb ik mij nooit geschaamd voor mijn affectie voor POPmuziek: Venga-, Backstreet Boys, Britney, ik heb de cassettebandjes to prove it, maar deze plaat maakt dat ik het na jarenlange zijdelingse interesse ook eindelijk, net als echte-echte muziek, eens een beetje ga bijhouden. Morgen naar Everlife, zondag Katy Perry!


Hallo, ik ben Obi-Wan Kenobi en ik doe Buddy Holly na:

Monday, February 23, 2009

What Is This That Stands Before Me

Die stomme griffo’s op het pluche ook… inkoppen, ho maar! Onder het motto ‘luid & duidelijk’ krijgen binnenkort de vaderlandse zieken-, politie- en brandweerwagens een uniforme tweetonige sirene (hier een fascinerend overzicht van de meertonige hoorns der Europese voorrangsvoertuigen). Gemiste kans, zo weet iedere metalhead, want kom op eej, wat zegt er nu luider, duidelijker en veldruimender duck & cover dan onze geliefde duivelse drietoon!

Stel je toch eens voor…

Bulldozerpop: Paramore

De plaat die mij als geen ander door de afgelopen twee maanden van onvrijwillige muzikale drooglegging heeft gesleept [/drama queen modus] is Riot! van Paramore. Ze verbleef al een poosje onbekend en onbemind in de degradatiezone van mijn mp3 speler, verhuld door een inderhaast neergesmeten, ‘te emo’ gelabeld dekentje, maar diende zich plots alsnog in alle hevigheid aan. Want wat bleek: ’t Is dus gewoon pop met harde gitaren en een zangeres, need I say more. En toch, en toch… als het een ‘echt’ bandje is in plaats van je vertrouwde cookie cutter Disneyette doen de hooks stom genoeg toch altijd als vanzelf wat rockeriger aan, wat natuurlijk nooit de bedoeling kan zijn. Ik bedoel, rock ‘n’roll, ja, metal, hel ja, rock… not so much. Maar ach, zolang het Alanis/Anouk/Lorena Bobbitt gehalte niet de overhand krijgt ben ik altijd wel bereid te luisteren. Niet dat Paramore zich nou richting die specifieke no go area beweegt, want het is uiteraard veeleer teen angst die met name op debuutplaat All We Know Is Falling (2005) nog op de loer ligt, maar zelfs toen wonnen ‘de liedjes’ het gevecht al hendig. Op Riot! (2007) is er van die strijd al helemaal geen sprake meer, ondanks songtitels als “For A Pessimist, I'm Pretty Optimistic”, “Misery Business” en godbetert “We Are Broken”. Ik weet verder niet veel meer van Paramore dan dat het een jong viertal is uit Tennessee dat in de VS een strontlading platen heeft verkocht, maar wát een fijne powerpoppunkplaat is dit, en die zangeres… boy can that girl carry a tune! Hayley Williams heet ze, geboren in de stad van the godfather of country en met de achternaam van the hillbilly Shakespeare. Het beste liedje van de plaat “That’s What You Get” verraadt Paramore’s zuidelijke roots: De elegante, in lichtvoetig langselkaarschuivende drieën en vieren gearrangeerde coupletten vormen de contrastrijke backdrop voor de zó mooi simpel rechtdoor gespeelde (let op de drums, hij doet werkelijk niks) refreinen, gegoten in klassieke AABA vorm en bovendien gezegend met een kneiter van een countryhook: “That’s what you get when you let your heart win.” Prachtig! Een wonder ook hoe Hayley een strofe als “why do we like to hurt so much” weet te verkopen. Duidelijk een bandje dat gewoon lekker muziek staat te maken in plaats van vermoeiend boos te wezen, en wat een prestatie om al op zo’n jonge leeftijd het less is more principe in de vingers te hebben. Met zo’n zangeres en zulke hooks eigenlijk niet meer dan logisch, maar doe het maar eens. Ik hoop dat Demi Lovato’s volgende plaat ook zo gaat klinken, want het is zonneklaar dat ze in ieder geval al goed naar Hayley heeft geluisterd.

Tuesday, February 10, 2009

(Lai)Bach @ Patronaat

Stormachtige dinsdagavond te Haerlem, volle maan. Geen bandrepetitie op het laatste moment. Bassist woont in Duitsland tegenwoordig, of de Achterhoek, whatever, dan krijg je dat. Toch leuk dat je dan in 'n dûrp woont waar je dan als alternatieve avondvulling maar naar Laibach kan gaan in het plaatselijke jeugdhonk. Ze spelen Bach, op keyboards en computers met een filmpje op de achtergrond voor de leuk. ’s Middags was ik al ter plaatse met de vrouw, we moesten op de foto voor het gemeentesufferdje als office romance-setje; kzal het resultaat nog wel even posten hierzo tzt. Toen hoorde ik al dat het waarschijnlijk niet zo druk zou worden bij Laibach, maar dat viel best mee uiteindelijk, al geeft het toch te denken dat een dergelijke grote naam nog niet eens de kleine zaal kan vol trekken. Die kleine oude gast van achter de Boudisque balie (jeweettogg, half Bassie van Adriaan, half Sjakie Wolfs) is er ook, dat dan weer wel; heeft ook niks beters meer te doen dan op een doordeweekse dag oude helden vereren. Het gebodene (ik ken de band alleen maar van de dubbele verzamelaar die ik heb, op Sloveense-proto-Rammstein-quasi-foute-industriële-concept-muziek stop popquiznivo) klinkt mij toe als een combinatie van de Clockwork Orange soundtrack, Kraftwerk en het alien jazzbandje dat speelt in de bar waar Luke en Obi-Wan Han Solo ontmoeten in Star Wars IV: A New Hope. Chriet Titulaer zit achter de knoppen, een oogvanger vanjewelste met zijn perfecte horizontale zijscheidinghaar. Ik voel me als rockert wel wat ongemakkelijk zo af&toe; klassiek en elektronisch, de neus-omhoog-genres waar je eigenlijk van ‘moet’ houden als weldenkend muziekliefhebber. Doe ik ook wel, maar ik heb er verders geen verstand van, ofzo. Tot mijn verbazing gaan ze zonder omhaal voor ‘mooi’ in plaats van ‘WTF!’, Chriet zit geregeld in opperste vervoering luidkeels mee te playbacken achter zijn Korg + iThingy. Na verloop van tijd begint het barokke-tierelantijntjes-jietiedieieieie gehalte wel enigszins de overhand te krijgen, getuige ook het toenemende geroezemoes om me heen. Lichte misplaatste ‘jaaah, zie je wel, het zijn ook maar mensen in een bandje’ ontroering als de drummer op zeer herkenbare wijze zijn naar voren geklopte (vooruit, electronische) basdrum weer wat naar zich toe trekt. Het einde is mooi geënsceneerd, één toetsenist blijft over om met kerkorgeleffect het laatste nummer solo te doen alsof hij in de Bavo op het vermaarde Müller orgel zit te spelen, met op de achtergrond een stortvloed aan allerhande muterende kruizen waaronder Dat Ene waarvoor een aantal toeschouwers toch ongetwijfeld ook naar de Spaarnestad is afgereisd. Ik krijg er vooral zin van om te gaan drummen en de Brandenburgse Concerten weer eens op de pick up te leggen. Kortom, niet bijster memorabel, maar toch wel erg leuk dat ik ze een keer heb gezien.

Wednesday, January 28, 2009