Tuesday, October 2, 2007

Onder Zeppologen

De afgelopen maand heb ik eindelijk eens Hammer Of The Gods gelezen, de beruchte Led Zeppelin biografie van Stephen Davis. Eigenlijk vind ik niet al die dope en groupie-verhalen maar het feit dat de band (qua verkoopcijfers zonder meer de grootste band van de jaren zeventig) zo unaniem gekraakt werd door de pers nog het meest schokkend. Spelend voor een dweepziek, slaafs en piepjong publiek, banjerde Zep als een straalbezopen olifant door de heilige porceleinkast van de blues, met zo'n volume dat je er eigenlijk geen andere 'verdovende' middelen meer bij nodig had en dit werd niet gepikt door de heersende jaren zestig generatie, een banvloek waar de metal nooit meer echt vanaf is gekomen (in het boek Bad Music: The Music We Love To Hate, sowieso een aanrader, wordt een hoofdstuk gewijd aan dit onderwerp). Het was zo erg dat Zep (eigenlijk geen metalband pur sang, maar da's een ander verhaal) zich op een gegeven moment zelfs verplicht voelde om de opbrengst van een aantal Amerikaanse optredens te doneren aan een nog op te richten bluesmuseum, wat uiteindelijk nooit van de grond kwam natuurlijk. Maar goed, met de waardering is het uiteindelijk allemaal wel goed gekomen, zie bijvoorbeeld hier het (gedeeltelijke) mea culpa van voormalige aartsvijand Rolling Stone. (Of luister eens naar The White Stripes of Wolfmother.)

Op Wikipedia heeft de fanclub zich uitgeleefd door alle liedjes van Led Zeppelin tot op het bot te ontleden, een welkome appendix bij het sensatiebeluste verhaal van Hammer Of The Gods. Zo wordt netjes genoteerd bij welke opnames je precies het piepen van Bonzo's basdrumpedaal (de enige echte Godenhamer) kan horen, blijkt "Trampled Under Foot" tevens een Engelse trampolinefabrikant en bestaat "Stairway To Heaven" uit exact 666 duivelse kwarttellen!

Het is wel raadselachtig waarom deze mierenneukers bij het hoofdstukje "Custard Pie" geen woorden wensen vuil te maken aan de "Mickey's Monkey" connectie. De vooroorlogse blues-antecedenten worden allemaal keurig opgesomd, maar Motown is blijkbaar niet salonfähig genoeg om ook een vermelding te krijgen. Op YouTube staat gelukkig een prachtige versie van het origineel, waarbij halverwege de Funk Brothers nog eens extra in het audio-zonnetje worden gezet (en laat ik nou net van de week Standing In The Shadows Of Motown hebben gezien):

Smokey Robinson, The Miracles & The Funk Brothers - Mickey's Monkey


Maar eerlijk is eerlijk, de link tussen deze twee nummers is pas later expliciet gemaakt door Mother's Finest, door doodleuk de tekst van het Holland-Dozier-Holland origineel over de muziek van Zep's "Custard Pie" heen te zingen (had ik toevallig al eens gepost, hier). Het is maar de vraag of Jimmy Page daadwerkelijk een voorbeeld heeft genomen aan Smokey's liedje, wat natuurlijk ook gewoon een ordinaire Bo Diddley rip off is:

Bo Diddley - Hey, Bo Diddley


(Tjonge, staat die wereld mij daar even stil zeg; hopelijk gaat het goed met hem.)
Kijk, dat lijkt al heel wat meer op Pagey, alleen de strijkstok ontbreekt nog.

Zep speelde "Custard Pie" vreemd genoeg nooit live, dus dan maar even dit humor-om-te-lachen-filmpje:

Custard Pie Misheard Lyrics


Tussen haakjes, ook het wijd en zijd bekende jatwerk van Stevie Wonder's "Superstition" (ook Motown!) ten bate van "Trampled Under Foot" blijft op Wikipedia onvermeld:

Stevie Wonder - Superstition (live on Sesame Street)


Led Zeppelin - Trampled Under Foot


Leuke anekdote uit Hammer Of The Gods: De jongens hebben zich voor de hoesfoto van Physical Graffiti in vrouwenkleding gehuld en lopen vervolgens of all people Stevie Wonder tegen het lijf, die natuurlijk denkt dat ze hem in de maling nemen. En toen had'ie dus "Trampled Under Foot" nog niet eens gehoord... ouch.

Allerallerleukste anekdote uit Hammer Of The Gods en popkwisvraag van de dag: Van wie verloor John Bonham, tot zijn grote woede, in Playboy's Best Drummer-poll in 1976?

Juist.

No comments: