En dat terwijl ik mijn metal toch het liefst extreem tot me neem. Dit, echter, is kontschuddende pretmetal. Niet dat het lollig bedoeld is; sterker nog, op het eerste objectieve gehoor betreft het hier traditionele bombastische prog-y heavy/power metal. Dameszang, galmende ridder-op-het-witte-paard herenvocalen, veel toetsen, twin guitar solo’s, lange intro's, uitgesponnen nummers, middeleeuwse vibe, dat werk. Maarrrr... het ligt er wel heel dik bovenop dat het budget voor de plaat te laag was om dit alles te matchen met een grootsche ‘rock opera’ productie: Geen orkest, licht wringende koortjes, een ‘making-it-up-as-I-go-along’ drumaanpak, kortom niet teveel geld/tijd voor overdubs en alternate takes. Het resultaat is, behalve licht hilarische momenten als het potsierlijke doch dapper geprobeerde tamboersintermezzo in “War Anthem”, toch vooral ook een voor het genre ongebruikelijke live-in-de-oefenruimtesound, warts & all. Da's toch eerlijk gezegd wel eens een keertje ouderwets lekker in dit ProTools tijdperk.
Zoals het hoort is de hoofdrol voor de als zwaarden gehanteerde gitaren. Niet alle nummers zijn even fabeltastisch, maar als het goed is, is het wel meteen ook echt heel goed. Vooral “Chastity Rides” is een bombardement aan tot in het oneindige doormuterende killer riffs van “Back In Black”-achtige proporties en klinkt mij in de oren als een regelrecht eerbetoon aan Savatage ten tijde van Hall Of The Mountain King. Het bedje van Jon Lord-toetsenpartijen is ook erg fijn en het groovet allemaal (vooral "War Anthem") als de neten, op een vreemd soort blanke maar niet-stoner manier, met dank ook aan de vrij a-metalesque drumstijl. De meest onwaarschijnlijke feelgood muziek in tijden, crimineel onderschatte plaat! En die bandfoto maakt het helemaal af, hè...
No comments:
Post a Comment