Monday, March 9, 2009

Bpop: OMG WTF KSM FTW!

Dit Californische kwintet, KSM dus, kwam al een paar keer eerder ter sprake en het duurt werkelijk een eeeeeeuwigheid voor dat album uitkomt, maar hot damn, het lijkt er inmiddels wel verdraaid veel op dat dit de eerste Disneydames gaan zijn die echt full on Andrew WK on our asses gaan worden. Die gitariste is trouwens sowieso echt way2cool, ze lijkt dan ook akelig veel op Mrs. Hiram. Hou je vast voor liedje 3 en 4:



Tuesday, March 3, 2009

Boom Boom Clap Boom Dee Clap Dee Clap



Bloodbath: De 2 Unlimited Van De Death Metal

4 tha ladiez… de Ray & Anita van Bloodbath

Eén van de beste platen van het afgelopen jaar was The Fathomless Mastery van Bloodbath. Ik stak er al eens de loftrompet over in mijn eindejaarslijstje, maar ik draai hem nog steeds bijna dagelijks en ben er eigenlijk nog laaang niet over uitgepraat. Want hoe graag ik het ook mag ontkennen, soms maken drums en zang bij metal wel degelijk het, of in ieder geval een verschil. Bij Bloodbath (check die aftandse Nederlandse wiki-pagina! ), een Zweedse death metal gelegenheidssupergroep die zo ongeveer per plaat van bezetting verandert, wordt in zekere zin de aloude tweedeling tussen songschrijvers en uitvoerenden weer in ere hersteld: De gitarist, bassist én gitaarroadie van Katatonia, Anders Nyström, Jonas Renkse en Per “Sodomizer” Eriksson, waren verantwoordelijk voor de riffs en de liedjes, en ondanks het feit dat deze heren ook meer dan verdienstelijk hun mopjes meespelen op de plaat komt het echt spectaculaire muzikale vuurwerk van de Opeth poster boys Mikael Åkerfeldt (zang) en Martin Axenrot (drums), wier meesterlijke performances het album onmiskenbaar naar een hoger plan tillen.

Neem bijvoorbeeld “Treasonous” , een nummertje dat, zoals wel vaker het geval is op The Fathomless Mastery, gitaarsgewijs een kunstig bijelkaargejat midden vindt tussen Morbid Angel, black metal en goeie ouwe Zweedse death, inclusief opzichtige hall-of-fame-Entombed-riff rip-off in het refrein (overigens ook de eigenlijke reden waarom die ‘gitaar die uit zichzelf geluid maakt’ zo goed klinkt). Qua drums giert de spreekwoordelijke stront je echter al vanaf de ventilator tegemoet als het intro nog maar halverwege is, wanneer “Axe” onder de zwartgeblakerde tremolo picking riffs van een ratel in drieën overschakelt (op 0:13) naar een nog net effe snellere vierkante recht-zo-die-gaat blastbeat. Soit, die is eigenlijk gewoon puur voor de show, maar hij gaat wel echt voor goud meteen na het refrein, als de gitaren de bijna shuffelende groove metal riff van het eerste couplet weer inzetten (0:56), en Axe, tussen de zang door, tot drie keer toe doelbewust dwars tegen de ‘swingende’ gitaren in zijn straight blasts (eerste keer) en polka’s (tweede en derde keer) doorspeelt, om zich bij de vierde en laatste keer weer comfortabel in de slepende groove-in-drieën van de rest van de band te settelen. Deze incongruentie van de drums en de gitaren, die een soort ‘harkend’ effect teweegbrengt, is een mooi voorbeeld van wat metalheads ‘ziek’ plegen te noemen, een door Morbid Angel gepionierd gevoel/geluid/principe, dat op deze plaat in de meest elementaire vorm ook nog eens prachtig wordt gedemonstreerd door de zak-aardappelen-van-de-trap-rollende basdrums onder de slijmerig groene openingsriff van “Mock The Cross”. Van die dingen waar je je met louter wit gevulde oogkassen bij voorstelt, weet je wel? Maar nog even terug naar “Treasonous” want het vetste moet nog komen. Na het tweede refrein wordt het bovengenoemde stukje nog eens gespeeld, gevolgd door een wat obligaat sologedeelte en nogmaals het refrein; maar dan (3:37) volgt de bonus riffage, altijd een van mijn favoriete onderdelen van goede metal, wanneer de band, als het nummer er eigenlijk al min of meer op zit, nog even kort gaat stoeien met de hoofdbestanddelen van het liedje en er met behulp van een paar welbekende stijlfiguren (die de benaming ‘riff’ niet echt verdienen) een speels einde aan breit: System overload gitaar squeals, monotoon gedender, gruntje doet ook nog even gezellig mee en in extremis (3:48) om het helemaal af te maken weer dat jakkerende gehark met die op zichzelf doorspelende drums … het duurt maar twee tellen maar o, o, o, Gezegend Zijn De Zieken.

Soortgelijke fijne spielerei (nogmaals, het betreft hier een hobbybandje van door de wol geverfde death metal veteranen) horen we ook weer terug in het coda van “Process Of Disillumination”. Dit nummer vertoont in het begin het kleine doch terugkomende euvel op The Fathomless Mastery van death metal riffs die weliswaar solide maar toch ook wel tamelijk pedestrian zijn, maar gaandeweg blijkt dat er louter sprake is van zorgvuldige opbouw en het niet meteen al je kaarten op tafel willen leggen. Bovendien wordt het nummer, zoals eigenlijk de gehele plaat, meteen al zonder meer gedomineerd door de vocalen van Åkerfeldt. Met Opeth krijgt hij al jaren een hoop kritiek te verduren van de kvlt-brigade, maar je zou bijna vergeten wat een top notch grunt hij in huis heeft: Bovenal autoritair als de Morgenster Zelve, maar ook redelijk verstaanbaar (wat in dit geval vanwege de, zeker in het licht van Opeth, extreem over the top blasfemische teksten absoluut van toegevoegde waarde is) en bijzonder sterk qua timing en ritmiek. Let in dit nummer bijvoorbeeld eens op de twee “eternal winter / prince of darkness… rise!” passages en het daaropvolgende geblaf in triolen (vanaf 0:22 en 1:52), of de getormenteerde oerkreten op 1:16, wanneer tevens de eerste echt memorabele riff te noteren valt, waarvoor ik eerder al de adjectieven ‘geleedpotig’ en ‘krioelend’ aandroeg. Dit juweeltje wordt dus in de adembenemende laatste minuut nog even flink opgepoetst: Voorafgegaan door een beproefd staaltje adrenalineverhoging dat geen verdere uitleg meer behoeft (2:17) dient tot onze lichte teleurstelling de ‘solide’ riff uit het eerste couplet zich weer aan (2:42), maar deze wordt nu halverwege abrupt afgebroken door het glinsterende exemplaar uit het insectarium (2;48), dat op zijn beurt weer direct op z’n staart getrapt wordt door de voltallige band, met speciale aandacht ook voor de dissonante bas- / lage gitaarpartij, want ga nou niet denken dat die Katatoniaatjes een stelletje koekenbakkers zijn, hè? Pats, boem, klaar. Masterclass metalliedje arrangeren. Nog vragen iemand?

Voor de liefhebbers is hier nog een zipje met mp3tjes van de drie genoemde nummers, maar pas op, de hierboven vermelde tijdsaanduidingen gelden voor de YouTube-versies. En gewoon de plaat kopen en lekker zelf luisteren mag ook natuurlijk, maar bedenk wel, the devil is in the details.

Bonus riffage: