De opkomst van mijn leeftijds- en haarlengtegenoot Aaron Funk uit Winnipeg is retecool. Een uur te laat komt hij uit die rare Kleine Zaal liftdeur het podium opgestiefeld, rugzakje om, spaatje blauw in de hand, lange blonde manen voor het gezicht. Laadt wat spulletjes uit, zet drie pijpjes bier op de draaitafel, kijkt eens omhoog naar de DJ, steekt een flauw handje op naar het joelende publiek en WHOOMPFF. Gáán. Hij doet de volledige set op gabber BPM in zevenkwarts. 1234567 tellen dus. Maakt ook niet uit, twee keer zeven in hoog tempo wordt alras weer veertien en daarmee dansbaar. Maar dan moet je dus geen drummer zijn… Meetellen, hè, de he-le tijd. Ik geraak er maar niet in. Dansende drummers, dat is ook eigenlijk als een pusher die niet van z'n eigen dope kan afblijven; slecht plan. Vind het eerlijk gezegd ook sowieso veel leuker op de koptelefoon, die drill ‘n’ bass van ‘m. Als je er met je iPod mee over straat loopt heb je voortdurend het gevoel dat je ineens door een auto van je flikker wordt gereden of dat er een vliegtuig aan de voor mij verkeerde kant van het Rottepolderplein aan het neerstorten is. In zevenkwarts. Checkt u allen toch vooral Rossz Csillag Alatt Született, en als u dat leuk vindt mag u door voor gevorderdenshit als Winnipeg Is a Frozen Shithole.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment