Tuesday, November 27, 2007

Audience, PLEASE...

Inmiddels bewust van het feit dat Curses met afstand de beste plaat uit Wales van dit jaar is, vanavond getuige van Future Of The Left, the sequel: Twee keer zo lang en tien keer zo goed, en dat ondanks de beruchte hipster chill van Paradiso's bovenzaal, die de band uitermate slecht bevalt; hun hooligan mantras ("violence...solved...everything") gedijen nu eenmaal niet best bij zwijgende toehoorders. Na drie nummers is het zo stil dat iedereen de zanger luid en duidelijk "Quiet Dutch guys..." kan horen zeggen, ondanks het feit dat hij niet in de mic praat. In tegenstelling tot de vorige keer doen de heren daarom nu wél veelvuldig hun mond open tussen de nummers door en langzaam maar zeker wordt het een running gag: "My uncle thinks painful silences are a cure for cancer". "We get very excited by playing for audiences this quiet... Actually, I've got a huge erection right now... It's so huge it's got its own postal code". "Thank you very Dutch". De irritatie vertaalt zich uiteraard naar een verbeten, agressieve en geniale set met opnieuw, zoals ik al vermoedde, de drink'n'drum-gimmick van de drummer, die nu laat zien dat ook een bierblikje tussen zijn kaken past, al knipogend naar de bezorgd achterom kijkende zanger. Terug op het podium voor de verwoestende toegift, die wordt besloten met een drumstok vs. gitaarsnaren slachtpartij en een stapsgewijze drumsteldemontage à la Shellac (wiens voorman Steve Albini ik overigens nog nooit zo breed heb zien grijnzen als toen hij eerder dit jaar in de grote zaal zijn gear mocht klaar zetten op de tonen van het door hemzelf op de band geslingerde "Lightsabre Cocksucking Blues" van FotL-voorloper Mclusky), laat de bassist sarcastisch weten dat hij zich voelt als de Beatles, waarmee onbewust meteen mooi het verschil is benoemd tussen de snotterige Britse onzekerheid van FotL (de zanger heeft overigens écht veel weg van die van fellow Welshmen Stereophonics), en het op en top Amerikaanse Elvis-met-een-vleugje-Freek-de-Jonge podiumbeestcharisma van David Yow, frontman van hoofdact Qui (foto boven). Vooraf kneep ik hem best wel, want het zal je toch gebeuren dat je net even die decibelmeter achter in de zaal checkt en je vervolgens Mr. Yow met het gezicht op onweer en z'n leuter in je dubbele whiskey voor je neus hebt staan, want zo ééntje is het er dus. Net als Elvis doet Yow het ook niet alleen op een bammetje banaan met pindakaas, want het halve optreden zwalkt hij straalbezopen door de zwartfluwelen gordijnen rond het podium. Maar hij bespeelt het publiek met een enkele hand- of huigbeweging en mist bovendien geen noot, wat erg knap is want bij Qui moet je soms toch echt tot 25 tellen om weer bij de 1 uit te komen. Toch vind ik het na een goed halfuur wel een beetje saai worden, Future Of The Left heeft veel betere liedjes; de samenwerking tussen Yow en Qui zou dan ook best wel eens eenmalig kunnen blijken, hoewel de plaat voor de liefhebber zeker de moeite waard is, al was het maar vanwege de Pink Floyd-cover "Echoes". En mama, maak je geen zorgen, morgen ga ik weer braaf wezen bij lieve, lieve Hanne Hukkelberg :-)

Future Of The Left - The Lord Hates A Coward

Friday, November 16, 2007

If I Can Do It, You Can Do It

Strakke actie van het Patronaat: Superdrummer Steve Gadd is voor een optreden drie dagen in het land en ze weten 'm pardoes te strikken voor een drumclinic, in de grote zaal nog wel. Ik dacht, daar ga je een brush kunnen horen vallen, zo weinig toeschouwers gaan er op af komen (het werd pas een week vantevoren bekend gemaakt); maar nee dus, bómvol met neurotisch tikkende mannen. Gadd brak meesterlijk het ijs door zonder wat te zeggen een piepkleine swinggroove met brushes neer te leggen om daar vervolgens met een hoog stemmetje over heen te gaan scatten. Het is een cliché, maar de man zelf bleek net zo laidback als zijn spel.

Wacht, u weet waarschijnlijk helemaal niet wie Steve Gadd is. Deze kent u wél:



"50 Ways To Leave Your Lover" dus, één van de weinige pophits waarbij de drumpartij de hook is, verplichte kost voor iedere slagwerker. Ook "Late In The Evening" van Paul Simon draagt de Gadd signatuur (check die voetbediende hihat, met op het eind nog een vette bonus samba):



Ja, dat waren inderdaad 4 stokken :-) De clinic bestond voor het grootste deel uit vraag & antwoord gesprekken met het publiek. Het mooiste moment kwam toen iemand hem vroeg naar zijn opwarmoefeningen en Gadd wat rudiments (basistechniek-oefeningen) op z'n snaredrum speelde; werkelijk ontroerend om te horen en te zien hoe zo'n grote drummer na veertig jaar nog geconcentreerd zijn single stroke rolls en flamadiddles kan gaan zitten spelen, twee karakteristieke elementen van zijn spel nota bene. Met name die flams zijn cruciaal voor zijn groove: Een zachte 'voorslag' geven met je ene hand, een milliseconde vóór de harde slag met de andere hand. Gadd weet deze twee slagen zover uit elkaar te timen dat het bijna geen voorslag meer mag heten (zeker als hij er de koebel of de floor tom bij gebruikt); de groove lijkt te struikelen, prachtig. Ook dropt hij nog even een diepe wijsheid over fills; dat zijn die kleine solostukjes aan het einde van een maat waar de drummer even 'los' mag (ikzelf speel ze niet graag of alleen zeer bescheiden). Het gaat echter, zo zegt Gadd, niet zozeer om de fill zelf of het opbouwen ernaartoe, maar om waar hij naartoe werkt, de dynamische relatie met de eropvolgende maat. Zó waar... Hijzelf heeft (naar eigen zeggen vooral pas sinds hij wat ouder is) de goede gewoonte om de fill vroeg in te zetten en de laatste twee tellen (bijna) open te laten (hoor ook "50 Ways"). Wat hij een paar keer heel mooi liet horen, zeker in de uptempo samba dingetjes, was het bijna lukraak laten 'vallen' van een basdrumkick in die stilte, waarbij de luisteraar hem naar eigen gevoel een mooi plekje mag geven. Op dat soort momenten krijg ik óók bij solo drums een brok in m'n keel.

Saturday, November 10, 2007

Crosseyed & Painless

Ik dacht: Kom, laat ik eens een experimentje doen. Deze maand zie ik toevallig twee keer Future Of The Left, de eerste keer zonder, de tweede keer met voorkennis. NIET de plaat gedownload dus en als onbeschreven blad naar het Patronaat gegaan vanavond. Dus. Ja, ik hoor niet veel verschil met Mclusky, de cultlegendarische noiserockband waar FotL uit voortkwam. Bovenmatig goed dus, hard, ironisch, maar stiekum erg poppy. De drummer is opmerkelijk sterk qua rechts-links-handcoördinatie, nog eens extra geshowcased door het drinken van een biertje tijdens het spelen van "Fuck The Countryside Alliance". Hij bracht zijn flesje wel schokkerig op de maat naar de mond en moest wat zichtbare boertjes kwijt achteraf. Es kijken of dat net zo gaat over twee weken in het voorprogramma van Qui.

Maar dan, nog even over die voorkennis. Hoofdact is Mono. Ik ken ze alleen van de MySpace. Postrock/J-noise. Vast wel goed genoeg voor een avondje uit. Het eerste liedje begint zacht. Wordt steeds harder. Drummer met paukenstokken. Nog harder. Mooi, verrekte mooi. Climax. Het valt stil. Gitarist voor de kijkers links tokkelt stilletjes wat na. Ik steek alvast mijn bierflesje onder de oksel voor een welverdiend applaus...

Ik weet niet of u de (van origine Japanse!) horrorfilm The Ring kent, maar de openingsscene daarvan bevat het meest ijzingwekkend shockeffect ooit. Het is zo eng dat je verder de hele film lang met samengeknepen billen/wimpers zit toe te kijken. Mono doet een The Ring. Nog nooit zo geschrokken tijdens een concert, wát een gierende noise breekt er ineens los. De jongens in de zaal kijken hun meisje aan van "Trek je het nog?". De andere jongens kijken hun maten aan van "Vèè-het". En móói dat het is! Wat mij betreft hadden ze na dat eerste nummer mogen nokken, kwartiertje & klaar, net als Jay Reatard in dezelfde zaal 'n half jaartje terug (alleen speelde hij wel een liedje of twaalf, dertien). Maar ze gaan dóór en weten gaandeweg alle nuances tussen heel zacht en HEEL HARD met genadeloos ge-orkestreerde precisie bloot te leggen. Dit is toch wel even een stap verder dan de "If you want a vision of the future, imagine a boot stamping on a human face - forever"-stijl noise van bijvoorbeeld Wolf Eyes. Ondanks dat je (ongeveer) weet wat er komt ga je onherroepelijk voor de bijl. Ik weet nu eindelijk ook wat David Byrne bedoelde met "Crosseyed & Painless": Van puur genot scheel naar de spotlichten boven de band kijken en je volmaakt gelukkig wanen. Nee, écht! De aanblik van de vier muzikanten, en vooral de bassiste-met-wit-gewaad, was trouwens daadwerkelijk als bovenstaand plaatje, bekken dicht & koppen omlaag. Wel leuk/een beetje jammer die drummer, die meteen na afloop zijn zakfototoestel tevoorschijn haalt om het publiek vast te leggen (had ik al gezegd dat ze uit Japan komen?).

(In het café na afloop hoorde ik het hardste concert van het jaar: The Gaping Mould uit Amsterdam. Het was HardmeteenhoofdletterH. Morgen Roots Of Heaven. Welterusten.)

Wednesday, November 7, 2007

Magnetic Mountain Message May Day Hey

Gisteren de eindmix gedaan voor ons Titelloze Eerstelingetje, bij gekke Henkie in IJmuiden. De eerste ‘eindmix’ van luttele dagen na het opnameweekend bleek toch niet voldoende; te weinig bezinktijd, duh. Maar hey, altijd leuk, een extra avondje aanklooien in de studio: Verhitte discussies over cruciale futiliteiten als een half dBtje meer slaggitaar op het einde van een toetsensolo, opzwellende drummers, het wissen van manchetknoop-raakt-de-snaar foutjes die nog niemand waren opgevallen behalve de trotse bezitter van de manchetknoop in kwestie, middernachtelijke telefoontjes naar de hoesontwerper over wat nou ook weer die definitieve tracklisting was die bij de drukker ligt en uiteraard toch nog maar even snel een nieuw zanglijntje inzingen (“we zijn er nu toch!”). Verneukeratief blijft het, die state of the art studiogeluidsapparatuur die de oude vertrouwde oefenhokkakafonie genadeloos ontwart ("Goh, dus dat speel jij altijd..."). Mijn inbreng blijft vooral beperkt tot het op gezette tijden stug verkondigen van mijn levensmotto, "meer gitaar". Terwijl dubbelbebrilde Henk weer wonderen verricht achter de knoppen, zit iedereen (behalve toetsenist Stan, want die is er niet) stiekem aan die brute oude Hammond en haar al even fraaie vriendje Leslie te friemelen (zie ingewandenfoto boven). Hij ruikt naar het jaren zestig kofferpickupje van mijn vader, en naar de telefoonschakelaars op het werk bij bassist Arno z’n vader. Ouwe audio geur. Ze zouden het als parfum moeten verkopen (vakzusters Mariah en Céline doen het toch ook?). Leuke knopjes ook: ‘Swell vibrato’, ‘great vibrato’; waar is de ‘awesome vibrato’, vraag je je af (waarschijnlijk een grap met een baard onder toetsenisten). Aan het eind van de avond doe ik met Henk Zelf nog even spontaan een duetje voor Hammond en drums, maar was het nou driekwarts of zesachtsen, henkiepenkie? Anyhoo, het zit er eindelijk op, binnen een maandje komt’ie uit, just in time for the holiday season. Kennemerland zal nooit meer hetzelfde zijn.

Sunday, November 4, 2007

Pien Baadt Lekker In Een Badje Van Ruis

1) WAT heerlijk toch om op je fietsje met je vriendinnetje op 'n zondagavondje spontaan ende gratis naar een leuk concertje te kunnen gaan in je eigen stadje.
2) WAT is het podium van het Patronaat Café toch klein. Nou lijkt Pien Feith me sowieso niet 't type voor een uitgebreide choreografie, maar als je er als frontvrouw (m/v) voor kiest om gewoon traditioneel in het midden vóór de drummer te gaan staan, wordt het wel heel lastig om nog een vin te verroeren. Voor de drummer trouwens ook, want je hangt voortdurend met je ellebogen in de gordijnen (ik spreek uit ervaring).
3) "WAT jammer dat ze geen pakkende refreintjes hebben", zei De Vrouw. Zij heeft dan wel een beetje gelijk, maar ik legde haar toch maar uit dat dit (indie) meer muziek is om al wegdromend bij naar de grond/schoenen/doucheput te staren en niet om mee mee te blèren, wat wel zo prettig is op zijn tijd.
4) WAT is dat voor een land, waar friggin' Beth Hart in no time het hoofdpodium uitverkoopt en Pien & band ondertussen voor een nauwelijks bevolkt café spelen. En een witte-truien-gouden-sieraden penose dat me er vanuit die grote zaal binnenkomt na elven...
5) WAT een koopie: Een EPtje én de (tevens gratis down te loaden) Neonbelle plaat voor dertien euro. En dan wordt me door de gitarist zelfs nog extra korting aangeboden omdat ik twee CDs tegelijk koop (beleefd geweigerd uiteraard).
6) Pien = fijn :)

Hoor maar:

Pien @ the badkamer ("Is dit raar?")