Thursday, September 20, 2007

Sugar Rush

Volgende maand ga ik me voor het eerst sinds zeventien jaar (Deep Purple) over mijn Ahoy'-fobie heenzetten: Rush komt!

Nou is die band natuurlijk zo'n beetje synoniem met seventies nerdsymphogeekprog (en nog Canadees bovendien), maar ik ben er (niet als enige) inmiddels al lang achter dat ik ze eigenlijk altijd al zo goed heb gevonden vanwege hun catchy songs en niet zozeer vanwege hun doodsverachtende maatsoortwisseltrucerij, feilloze instrumentbeheersing of sci-fi/fantasy teksten. Powerpop en sympho lijken op papier onverenigbaar, maar noemde ik eerder al eens Klaatu, ook The New Pornographers (ook Canadees en de beste band van de 21e eeuw, tussen haakjes) bewijzen al vier platen lang het tegendeel. En powerpoppende seventies adepten als de Posies (zie foto) en Sloan (zie onder; óók Canadezen) steken hun bewondering voor Rush ook niet onder stoelen of banken.

Bij deze dus maar eens een verzameling van een paar van Rush' meest toegankelijk poprockende liedjes; je zou er een prachtige compilatie CD van kunnen maken. Voor sommigen misschien toch een kwestie van even door de zure appel (lees: de tempowisselingen, de foute kapsels, dito outfits en bovenal Die Zang) heenbijten, maar zeg nou zelf, deze jongens verdienen toch echt veel meer krediet dan ze ooit hebben gekregen voor hun prachtige songs. De tweestemmige koortjes in de refreinen moet je er zelf maar bijdenken en dat gaat bijna vanzelf, als je het mij vraagt...

Eerst twee echte oudjes die met hun afwisselend raggende en tokkelende riffs (een Alex Lifeson trade mark) prima in het Raspberries/Big Star straatje passen:

Fly By Night (met een fanatiek twirlende jonge-honden Neil Peart, in 1975 net bij de band)


Bastille Day (1976; die 2 openingsriffs zijn best wel punk eigenlijk)


De gouden periode van Rush is echter eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, met als kroon op het werk Moving Pictures uit 1981:

Limelight


Tom Sawyer - South Park Spoof Intro (nog zelfspot ook op hun oude dag)


Tom Sawyer


Freewill


Spirit Of The Radio


Sloan - Spirit Of The Radio (leuk geprobeerd, jongens)


Closer To The Heart (had zo op Dear 23 van The Posies gekund)


La Villa Strangiato (Pinkpop 1979; geen powerpop, maar wel op hun laatste-optreden-van-de-tour-zevenkwarts-proggy-best)


Vital Signs (ze hadden blijkbaar ook de Police gezien op Pinkpop; verder mooie klassieke Professor Peart lyrics: "Everybody needs reverse polarity" (tuurlijk), en wat doet die vette Eraserhead poster daar trouwens aan de muur?)

Monday, September 17, 2007

Zep reünie, Schmep reünie

Alison Krauss doet een Sandy Denny! (dat wordt een onvergetelijke "Battle Of Evermore" over twee maanden in London.)

Uhm... put your cat clothes on: Filmpje hier, audio samples daar.

Komen vijf harpistes en een drummer een bar binnen...

Twee concertjes vorige week, of eigenlijk drie.

Joanna Newsom kwam haar goedmaak-gig doen in Paradiso afgelopen woensdag, en goed was het. De orkestrale Ys-bombast werd knap teruggeplooid tot een kwartet van harp, tambura, viool en percussie, waarbij de drummer het vege lijf moest zien te redden met enkel een (als surdo bespeelde) basdrum, een floortom en een tamborijn. Hij kweet zich met verve van zijn taak, een lesje in minimalisme met vaak slechts één enkele brush of mallet in actie, ondertussen ook nog prachtige harmonie-vocalen ophoestend. Het harpmutsje zelf leverde ook geen half werk natuurlijk, vooral qua stem was het zelfs beter (iets minder out there) dan op plaat. Eigenlijk is ze 'gewoon' een singer/songwriter die toevallig geen gitaar maar harp speelt. Of misschien maakt het instrument op zich op mij minder indruk omdat ik het dagelijks in huis hoor courtesy of Mrs. Hiram, zou ook kunnen. Hoe dan ook, rillingen-over-de-rug wonderschoon optreden.

Joanna Newsom - What We Have Known (Live @ Paradiso 2007)


Na afloop werd er even snel bijgetankt bij de bar (die gesloten was tijdens het concert) alwaar ik de Harpmaffia (zie foto) in hun kennelijke staat wist over te halen voor een kleine after party in de bovenzaal, waar de überheshers van Orange Goblin net waren begonnen hun stonerding te doen. Het ging er zoals verwacht goed van jetje: Binnen drie tellen was ik door een ferme por van achteren driekwart van m'n pint al kwijt aan de bilnaad van mijn arme voorbuurman. De dames waren ook onder de indruk ("lekkere manne!") en kochten pardoes allemaal een ceedeetje.

Orange Goblin - Some You Win, Some You Lose (Live in Dublin)


Twee dagen later waren de nekspieren nog maar nauwelijks hersteld of het volgende beukfeest diende zich onverwacht alweer aan. Of we meewilden naar Gorefest in de Melkweg, vroeg een vriend. Hij kende de drummer van het voorprogramma, en wij waren de enige 'teringherrieliefhebbers' in zijn adresboekje. Leuk! Ik was uit mezelf nooit gegaan, maar het was fijn om Gorefest weer eens te zien na 12 jaar (toen in het voorprogramma van Death op hun Symbolic hoogtepunt). Het was het eerste optreden ter promotie van hun nieuwe plaat Rise To Ruin, en gedoodverfde opener en persoonlijke favoriet "The Glorious Dead" klonk misschien nog een beetje aarzelend maar toch vooral ook weldadig lekker. Drummer Ed Warby is nog steeds indrukwekkend strak & snel, de frontlinie ziet er cool uit met die zwarte Gibson Les Paul drietand en het klassieke oude splatterlogo is ook weer terug, yay!

Gorefest - Confessions Of A Serial Killer (Live @ Dynamo Open Air 1993; als ik me goed herinner speelde Warby hier met een gebroken hand, en sorry, maar Jan-Chris "Godverdomme Eindhoven" De Koeyer lijkt soms toch echt wel eng veel op Steffi Graf)

Monday, September 3, 2007

Drummers Aller Landen

Hoera! Han Bennink en de polderjumpjugend krijgen concurrentie.

Zware concurrentie :
Drums Of Burundi (deel 1).
Drums Of Burundi (deel 2).

"So bedeutet die Rotation mit dem Stock um dem Kopf: Sterben soll ich, wenn ich mein Land verrate." Oeps...

Bennink in Ethiopië